Dagboek van een ex-topsporter!
14. De Vincent Rousseau van het ultralopen!
... word ik wel eens genoemd.
Generatiegenoten van mij zullen zich hem nog herinneren.
De iewat lelijke, teruggetrokken eenzaat. Voor hij ruim zijn geld verdiende met het lopen was het werkzaam in het Belgische leger. Werkzaam zijn bij Rousseau betekende ’s morgens aanwezig zijn op het appél om de driekleur opgehesen te zien worden om daarna zijn Nikes aan te trekken en zich voor de rest van de dag niet meer te laten zien.
Een citaat van hem was ooit: “je ziet me alleen maar in uniform op het grote défilé tijdens de Nationale Feestdag en dan kan ik nog niet in de pas lopen”
Uiteindelijk stapte hij uit het leger en verdiende zijn brood met lopen. En lopen kon hij verdomme. Het was een typische crosser, vooral omdat de temperaturen voor hem dan gunstig waren. De baan, of piste leek niet aan hem besteed, alhoewel hij degelijke tijden heeft staan.
Menige keer hebben we samen in de zelfde startzone vertoeft. Dat was dan ook het enigste moment van de race dat ik hem van dichtbij zag. Heel soms, als ik een superdag had en hij het wat rustiger aan deed, kon ik mezelf verblijden met een kilometer of drie in zijn kielzog te blijven, hij rustig trainend zijn ding doen, ik mijn persoonlijke besttijd lopende op een deelafstand om daarna volledig in elkaar te stuiken en langzamer binnen te komen op de totale afstand dan normaal zou moeten. Maar ik had naast hem gelopen en dat werd vastgelegd op de gevoelige plaat waar ik dan mee kon uitpakken op de club waar ik lid van was.
Vincent, ik tutoyeer heel even, werd ook bekend met zijn stages in Font Romeux. Hij had daar een appartementje en trok er een aantal maanden per jaar op uit om te trainen. Blessuregevoelig als hij was trainde hij er de laatste jaren, toen hij was uitgeweken naar het marathonlopen, uitsluitend op een golfterrein. Hij was zijn tijd ver vooruit, leefde als een kluizenaar, kon tot een kot in de nacht videospelletjes spelen en een gat in de dag slapen.
Hij deed gewoon zijn ding, kwam niet graag onder het volk en veegde zij gat aan prijsuitreikingen en of nominaties. Recepties en feesten waren aan hem niet besteed evenals pers of media. Dat maakte hem voor mij een held, een voorbeeld. “laat me gerust, ik zal mijn ding wel doen, alleen, zonder de hulp van iemand. Ik trek mijne plan wel”
Ooit zag ik hem nadat hij voor de zoveelste keer Belgisch kampioen veldlopen was geworden naar zijn auto stappen, een beetje gebogen, sportzak over de schouder gegooid, dicht langs de muren van het sportcomplex, in het schemer, iedereen ontwijkend als een dief in de nacht. Zijn lichaamhouding verried; “laat me gerust!”
Maar bovenal werd Vincent Rousseau bekend voor zijn temperatuur clausule. Hij had het zover gekregen dat wanneer hij een marathoncontract tekende hij er een clausule liet bijsteken waarin stond dat wanneer het kwik de 20° overschreed hij de startzone verliet, zijn trainingspakske aantrok om weer huiswaarts te keren. Hij stortte dan ook de helft van zijn startgeld terug. De andere helft behield hij natuurlijk omdat aan de startlijn verschijnen toch ook al een hele opgave was, zeker als men warmte voorspelde.
Want dat was zijn ding niet, warmte. Daar kon hij absoluut niet tegen. Het was in de tijd toen er nog geen warmtelabo’s waren waar dat allemaal getest kon worden. Ze deden dat nog met een weegschaal. Lopen, zweten, wegen hoeveel vocht je verloren had. In zijn geval met een keukenweegschaal gezien zijn tengere bouw. Want hoe meer hij trainde hoe magerder en lelijker hij werd.
Het was ook de tijd waarin doktoren aan de wedstrijden stonden met naald en capillair om dan bloed uit het oorlel te zuigen, ten einde lactaatwaarden te kennen. Dat gebeurde regelmatig bij toppers, dat zie je niet meer terug. Ik liet het onlangs nog doen op de 6 uur van Stein en men sloeg steil achterover en toen ik vertelde dat dit vroeger standaard was op korte wedstrijden geloofde men mij niet.
Soit, Rousseau en de warmte. Geen vrienden. Ik denk dat hij met zijn goed verdiende geld in plaats van plastische chirurgie om er wat mooier uit te zien, eerder had geïnvesteerd in het inbouwen van een thermometer in zijn……en op het moment dat het kwikstreepje voorbij de 20 kwam, hij een elektrisch “schokske” kreeg als waarschuwing dat hij moest inpakken en wegwezen.
Dat hebben we dus gemeen, Vincent –en vergeef me alweer het getutoyeer- en ik. De warmte en ja, ook het lelijke bakkes. Voor de rest houdt de vergelijking op. Ik kan er absoluut niet mee omgang, ik kan er niet tegen en ik presteer er niet in. Dit is weer bewezen in de 60 van Texel laatstleden op paasmaandag. Na 35km stond in kotsend in de duinen, last van een warmtestuwing. Daar hoorde ik ook mijn bijnaam, de Vincent Rousseau van het ultralopen.
Ik ga dat ook doen. Niet zo snel lopen natuurlijk, dat talent is jammer genoeg aan mij voorbij gegaan, maar het bespreken van zo’n temperatuursclausule. Ik stel alleen de limieten en de eisen wat scherper. Ik start alleen nog bij lichte regenval en bij temperaturen onder de 18°. Met het opwarmen van de aarde zal dat wat moeilijk liggen en ik vermoed dat ik meer dan de helft van de tijd alleen nog maar in de startboxen verblijf en dan naar huis keer.
Maar ook de economische crisis wordt in rekening gebracht. Ik houd het volledige startgeld en in ook nog de helft van het prijzengeld omdat ik er altijd van uitga dat ik aan de start sta om te winnen.
Ach, een mens mag al eens dromen, is het niet?
Marc Papanikitas
Vorige publicaties :
13. Van sporten krijg je warm!
5. Lenen bij B is lenen bij een vriend
3. Wil u even naar onze studio in Amsterdam komen …………